
Als een schok maar lang genoeg duurt, ga je op zoek naar oplossingen. De eerste week van de lockdown in verband met corona, genoot ik van de vrije tijd. Ineens geen cursussen meer te geven, geen evenementen bij te wonen en geen voordrachten. De tuin gaat nu goed voorbereid de lente in, mijn boekenkast is op orde en zelfs de binnenkanten van mijn keukenkasten zijn schoon. In de tweede week moest ik wennen aan de thuiswerkende huisgenoten. Zij brachten structuur in mijn dag: koffie- en lunchpauze en om vijf uur uitklokken. En ik moest wennen aan digitaal overleggen; ik solliciteerde via Gotomeeting, deed een interview via Zoom. Eerst via de telefoon, omdat de camera van mijn laptop niet bleek te werken. Na wat online-bestellingen ben ik goed voorzien van alle digitale middelen die nodig zijn om thuis te werken.
En om les te geven! Daar was ik ook wel aan toe, ik besloot het opheffen van de lockdown niet af te wachten. Ik miste de deelnemers, hun gedichten en het soebatten over punten, komma’s, rijmschema’s, zinnetjes en woorden. Afgelopen week was de eerste bijeenkomst, onwennig vanuit huis-, studie- en slaapkamers. Goed was het ook! We luisterden, lazen, gaven feedback, ontroerden en we lachten heel wat af. Heerlijk! En voor herhaling vatbaar.
Nu ik gewend ben aan mijn hoofd op het scherm, oefen ik voor de camera. Zoek de beste hoek, probeer zonder al te veel ‘uh’ en ‘ah’ te spreken, tuit mijn lippen en ontspan ze weer. Het moeilijkste is in de camera blijven kijken. Als ik terugkijk, zie ik hoe vaak ik over de camera heen naar buiten kijk. Doe ik dat ook in de klas? A la, online workshops via Youtube laat ik nu nog maar even achterwege. Nog wel. Wacht maar af.